Een hermelijn in Tsjernopol
Gregor von Rezzori | Uitgeverij Atlas | 2011
Want als ik een tweede kenmerk van de stad zou moeten noemen, dan is dat de lach – of preciezer geformuleerd: de spotlach. Die was namelijk alomtegenwoordig, een bestanddeel van de stadslucht, een geladenheid in de atmosfeer, een knisperende spanning, die zich ieder ogenblik in een vonkenwolk of in zware stroomstoten kon ontladen. Het is onbegonnen werk om de overvloed aan nuances en klankkleuren ervan te beschrijven. En tenminste in dit opzicht kan men hier spreken van een cultuur, zij het natuurlijk van een bepaalde cultuur. De lach was in Tsjernopol namelijk tot kunst verheven, en met name tot een volkskunst die men zich niet waarachtiger wensen kan: gestoeld op een brede traditie en door iedereen tot in de finesses, tot in het raffinement, tot in buitengewone pikanterieën in ere gehouden. En tegelijk voor eenieder begrijpelijk en vertrouwd, volledig uit de frisse bron van het alledaagse opborrelend en ontstellend rijk aan leven – wat ook betekent: rijk aan schimpscheuten. Nergens anders dan in Tsjernopol bestond nog dat onfeilbare stijlgevoel waarmee men collectief, in een groep, een kwartet, trio of duo in gelach uitbarstte en het in een samenspel van stemmen en koren, dat kunstig was als een gregoriaans kerkgezang, tot een architectuur uitbouwde en afsloot.